De hele dag door verwerken wij prikkels die binnenkomen via onze zintuigen. Deze prikkels nemen wij waar, worden verwerkt door onze hersenen en daaropvolgend kunnen wij reageren. Dit proces wordt zintuiglijke prikkelverwerking (sensomotorische integratie) genoemd. Vaak verloopt de verwerking automatisch en ben je er niet van bewust.

Op de prikkels kan er op verschillende manieren gereageerd worden.

  • Een prikkel geeft een signaal, waardoor we onze aandacht er op richten. We kunnen op een passende manier hierop reageren. Op deze manier doe je informatie op en leer je ervan.
  • Een prikkel kan een sterker signaal geven, zoals bijvoorbeeld een brandalarm. De prikkel waarschuwt ons, zodat we in actie komen om jezelf in veiligheid te brengen.
  • Een prikkel kan ook een heel zwak signaal geven, we richten onze aandacht niet op de prikkel en merken die dan helemaal niet op en laten die langs ons heen gaan.

Het kan ook zijn dat de prikkelverwerking niet vanzelfsprekend verloopt. Door problemen in de verwerking verloopt de samenwerking tussen het waarnemen van de prikkel en de daaropvolgende actie niet meer optimaal. Je spreekt dan van een probleem met de zintuiglijke prikkelverwerking.

Proeven, zien, horen, voelen en ruiken zijn de meest bekende zintuigen. Naast deze zintuigen hebben we de verborgen zintuigen. Dit zijn de zintuigen die prikkels verwerken van je inwendige organen (interoceptoren), je spieren en gewrichten (propriocepsis) en je evenwichtsorgaan (vestibulair). De laatste twee informeren ons over vertraging, versnelling en snelheid, bewegen en bewogen worden, de positie van ons lichaam, de druk en trek in onze spieren en gewrichten.

Deze zintuigen spelen een belangrijke rol in je alertheid. De alertheid is de mate waarin onze aandacht gericht is op de dingen die we doen. Op het moment dat je problemen hebt in de verwerking van zintuiglijke prikkels, dan wordt de alertheid daardoor ook beïnvloed. Hierdoor is het bijvoorbeeld moeilijker om op te kunnen letten in de klas of te leren fietsen.

Voorbeelden van problemen in de prikkelverwerking bij kinderen:

  • Uw kind heeft angst om te bewegen of om bewogen te worden.
  • Uw kind heeft afweer bij het aanraken of om geknuffeld te worden.
  • Uw kind heeft moeite met zindelijk worden.
  • Uw kind komt niet tot spel.
  • Uw kind vindt het niet prettig om te spelen met zand of wil juist continu alles aanraken/ aan alles friemelen.
  • Uw kind is snel afgeleid in de klas of thuis.

Bij vermoeden van problemen in de prikkelverwerking of vragen hierover kunt u contact opnemen met Twentergo. Tijdens een eerste gesprek zal er ingegaan worden op de activiteiten waar de problemen bij optreden en krijgt u een vragenlijst om in te vullen. Tevens zal er meer informatie gegeven worden over dit onderwerp. Na het doornemen van de vragenlijst volgt vaak een observatie thuis, op school of in de praktijkruimte en zal er een passend advies worden gegeven.